PTSS (post traumatisch stress syndroom)


Acute stress na een schokkende gebeurtenis.

Herhalende en onaangename herinneringen aan een nare gebeurtenis via voorstellingen, gedachten of waarnemingen. Bvb: je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals het toen gebeurde.

Herbeleving van de gebeurtenis.

Hartkloppingen, trillen, zweten en moeite met ademhalen bij de herinnering aan wat gebeurd is.

Angst- en paniekgevoelens.

Hyperventilatie.

Akelig dromen, moeite met in- of doorslapen.

Prikkelbaarheid, woede-uitbarstingen.

Spanning en onrust, snel en hevig schrikken, zich slecht kunnen concentreren.

Vermijden van gedachten, gevoelens, gesprekken die bij het trauma behoren.

Vermijden van activiteiten, plaatsen of mensen die een herinnering aan de gebeurtenis oproepen.

Weinig emoties voelen.

Gevoelens van schaamte.